YazdWe rijden door de woestijn door een veelal prachtig maanlandschap naar Yazd via Kharanaq, Chak Chak en Meybod. Kharanaq is een oud verlaten dorpje van lemen huizen. Op een eigenaardige manier zijn sommige gebouwen gerestaureerd, maar er woont niemand. Chak Chak is een Zoroastrisch bedevaartsoord. Deze godsdienst bestond al vóór de Islam en heeft nog steeds aanhangers in Iran (wat blijkbaar wordt toegestaan). Meybod heeft een groot lemen kasteel, maar omdat we voor donker in Yazd willen zijn bekijken we het alleen van buiten. We zetten de auto bij het Silk Road Hotel, een bekende plek voor overlanders, waar we douche en toilet kunnen gebruiken. 's avonds gaan we uit eten om de verjaardag van Margriet te vieren. Voor het eerst zien we andere Europese auto‘s: vier Franse campers die in tien dagen naar Iran gereden zijn en daar nu zes weken besteden. Zij hebben de noordelijke grensovergang Bazargan vanuit Turkije genomen in plaats van de zuidelijke Essendere die wij genomen hebben en moesten wel Iraanse nummerborden gaan halen en benzinekaarten kopen. Kosten: twee dagen en honderdvijftig Euro. We komen ook de Duitse motorrijders onderweg naar Delhi weer tegen, zwaar in mineur, want een van motoren blijkt gestolen te zijn. We doen het dak naar beneden en het pedaalslot op de pedalen voor we de stad in gaan. Yazd lijkt in de Iraanse "koran-belt" te liggen: er zijn heel veel moskeeën, bijna alle vrouwen dragen chadors; we zien ook al meisjes van tien met zwarte chador en baby's met een hoofddoek. De oude kern van Yazd bestaat helemaal uit lemen huizen, veel met windtorens die als air conditoning dienst doen. Vanaf een hoog punt is dat een prachtig gezicht. We bezoeken het watermuseum waar wordt uitgelegd hoe de "qanats", de aanvoerkanalen voor was- en irrigatiewater worden gegraven en beheerd. We zoeken ook een sticker "Iran" om op de auto te plakken, maar tevergeefs. Het is typisch iets dat verkocht wordt in landen waar veel toeristen per auto komen; in Turkije hadden we er ook al moeite mee. Twee mannen die we vragen waar zoiets te koop is zeggen toe er naar uit te kijken en het bij ons hotel te brengen. Even later komt een van hen aan met een Iran-vaantje. KermanKerman is een grote, oude plaats in het zuidoosten van Iran die belangrijk was op de route naar zuid Azië. De rit naar Kerman is snel maar saai door vlakke woestijn met regelmatig industrie. We staan bij het Akhavan Hotel, weer een bekende pleisterplaats voor overlanders. Onderweg naar de levendige bazaar doen we nog een poging om sleutels bij te laten maken. De score is 0,5 uit 3: met één sleutel kunnen we alleen open maken, de rest past niet eens in het gat. Dat komt omdat ze van een verkeerd basismodel uitgaan en dan met vijlen sleuven bij proberen te maken. Bij het restaurant van het hotel bestellen we het door LP aanbevolen "buffet", maar we zien nergens een tafel met gerechten. Het blijkt een soort rijsttafel te zijn: allemaal verschillende gerechten in schaaltjes die prima smaken. De volgende ochtend lopen we nog een keer door de bazar, bekijken de mooi betegelde moskeeën, de koperslagers en een hamam (badhuis) dat nu museum is. Rond de middag hebben we het belangrijkste bekeken en besluiten door te gaan naar de Kalud. De Kaluts-woestijnDe Kaluts is een groot, leeg woestijngebied, veel leger dan de woestijn waar we tot nu toe geweest. We rijden via een prachtige weg door de bergen over een steile pas van 2650 meter naar Shahdad, het laatste plaatsje voor de echte woestijn. Dappere Dodo vindt de hoogte niet prettig, maar slaat zich er goed doorheen. We hadden in Kerman al geprobeerd te tanken, tevergeefs omdat niemand een tankkaart had. In Shadad proberen we het opnieuw en weer heeft niemand een tankkaart. Er zijn ook geen tankende vrachtauto‘s om ons uit de brand te helpen. We moeten toch echt een volle tank hebben voor we de woestijn in gaan. Uiteindelijk rijdt een van de twee pompbediendes na veel gebel weg om een kaart te gaan regelen. Na een uur is hij nog niet terug, maar dan komt er gelukkig een auto die diesel nodig heeft. Na prijsonderhandelingen worden we volgetankt. Het is intussen helemaal donker, dus we besluiten in Shadad een slaapplaats te vinden en de nacht in de woestijn voor morgen te bewaren. Wanneer we een passerende politieauto naar een geschikte plaats vragen worden we onder escorte met zwaailichten begeleid naar een parkje... vlak naast het tankstation. Het is ook direct naast een moskee en dat zullen we weten: in Iran hoor je weliswaar weinig oproepen tot het gebed, maar er wordt wel de hele avond door de luidsprekers gepreekt. Voordat we de volgende dag echt de woestijn ingaan vullen we eerst de voorraden aan, onder andere brood. We zien mensen met brood lopen en vragen naar de bakker. Ze wijzen hem, maar maken duidelijk dat hij niet bakt en er dus geen brood is. Ondanks hevig tegenstribbelen geven ze ons twee van de door hen zelf gekochte broden. We krijgen het zelfs niet voor elkaar ze te betalen. We dalen tot tweehonderd meter en de temperatuur wordt steeds aangenamer. We zijn nu dicht bij het heetste punt op aarde; er is ooit zeventig graden gemeten. Het hart van de Kalud is een gebied met bijzondere rotsstructuren. We zoeken er een plek uit het zicht van de weg om te overnachten en genieten van de absolute stilte en de rotsen die als kastelen en kathedralen uit het kale, vlakke land oprijzen (video). Tegen zonsondergang wordt de stilte wreed verstoord als drie bussen met scholieren en studentes vlak bij onze plek worden leeggestort. Als ze ons ontdekken wil iedereen met ons en Dappere Dodo op de foto en hebben we weer twintig keer de conversatie die we al zo vaak in Iran hadden: "Hello Mister/Madam, how do you do? Where do you come from? Welcome to Iran." Maar het is een bijzonder gezicht, die vlakte vol met joelende, fotograferende, telefonerende, door het zand rennende en rollende groepjes chadors. Als het donker wordt maakt Margriet met het hout dat we onderweg verzameld hebben een vuurtje waarop ze in de Dutch oven een prima smakend krentenbrood bakt. Hoewel de lucht niet echt helemaal donker wordt is het heerlijk om in deze omgeving 's avonds nog buiten te kunnen zitten en van de sterren te genieten. Wanneer we de volgende ochtend vroeg opstaan voor de zonsopgang ontmoeten we een Italiaans paar in een HZJ79 met camperopbouw. Ze vertellen ons dat ze in het zuiden veel problemen hebben om aan diesel te komen. ShirazHet eerste stuk uit de Kaluts is prachtig, maar daarna is de weg naar Shiraz eentonig: vooral woestijn met kleine struikjes afgewisseld door industrie. We begrijpen de Italianen: de afstand tussen pompstations is meer dan honderd kilometer en ervoor staan files van wel vijftig vrachtauto's te wachten. Wanneer wij moeten tanken rijden we voorzichtig langs de vrachtauto's naar voren om de toestand te bekijken. We worden ertussen gelaten en zijn meteen aan de beurt. De pompbediende heeft ook hier geen kaart, maar omdat er zoveel vrachtauto's zijn is dat nu geen probleem. We willen echt met onze 350 liter tankcapaciteit helemaal vol Iran verlaten, daarom beginnen we de reservetanks maar vast te vullen. We vinden een mooie plek voor de nacht net buiten een stadje tegen de bergen aan. De politie komt langs en wil dat we naar de stad gaan omdat het onveilig zou zijn. Ze bellen een leraar Engels voor de communicatie. Als we al bezig zijn de spullen klaar te maken kunnen we opeens toch blijven. We krijgen nog wel het telefoonnummer van de politie. Een half uur later weer vijf man politie. Weer moeten we weg, dan veel discussie onder elkaar en bellen, dan kunnen we weer blijven. De volgende ochtend als er uiteraard niets gebeurd is komen ze nog even informeren of alles veilig was. De verdere rit naar Shiraz is mooi; we komen onder andere langs twee zoutmeren die nu kurkdroog zijn maar waarschijnlijk in het voorjaar vol staan. Met moeite vinden we het ITTIC Hotel, de kampeerplek waar willen overnachten (verkeersbureau gesloten, met taxi naar ander verkeersbureau driehoog achter om achter het adre te komen). We proberen ook tickets voor de ferry naar Dubai te kopen, maar dat is helemaal onmogelijk. Het ITTIC is een bekende pleiserplaats voor overlanders en voor het eerst op onze trip komen we die ook tegen: Jon en Jude zijn met een Landrover in acht maanden uit Australië via Maleisië, China, Mongolië en de stan-staten in Iran gekomen en zijn onderweg naar Nederland en Engeland. Frank en Melanie zijn met een LandCruiser 80 tien dagen onderweg uit Duitsland en willen net als wij uit Iran oversteken naar de Emiraten en dan Oman bekijken. Hun plan is om via Saoedi Arabië naar Jordanië te gaan en dan via Israel terug naar Europa, maar ze hebben ook nog geen visum voor Saoedi Arabië. Het wordt een heel gezellige avond met zijn zessen. Voordat we gaan toeristen willen we eerst de boot naar Dubai geregeld hebben. We hebben gehoord dat hij op woensdagochtend gaat en de volgende op zondag, maar omdat ons visum op vrijdag afloopt moeten we het verlengen als we niet uiterlijk vrijdag varen. Visumverlenging schijnt in Shiraz gemakkelijk te gaan, we weten niet of het in Bandar Lengeh (waarvandaan we willen vertrekken) ook kan. We laten het hotel bellen naar de agent in Shiraz die tickets verkoopt en horen dat de boot op dinsdagavond gaat. Na een uur in de taxi naar de agent horen we dat de boot geannuleerd is; hij kan geen prijzen geven en we kunnen niet reserveren voor de volgende boot; balen dus. Dan maar naar de vreemdelingenpolitie voor visumverlenging: papieren halen, een uur wachten tot de bank ergens in de stad open is om vijftien euro te betalen en morgen terug komen om de visumverlenging op te halen, omdat de vreemdelingenpolitie 's middags dicht is. Voor Margriet moeten we pasfoto's met hoofddoek meenemen die we gelukkig in Nederland al gemaakt hebben. Het giet nog steeds en omdat we opeens veel meer tijd hebben gaan we niet meer sightseeën, maar naar de kachel in de camper. De volgende dag leveren we na de nodige bureacratie eerst alle papieren in bij de vreemdelingenpolitie om onze visumverlenging in orde te maken. We moeten ' s middags terugkomen om de paspoorten op te halen en wachten dan nog een uur voordat we ze terug krijgen. Het uur dat LP claimt voor de verlenging blijkt driekwart dag te zijn. Het valt op dat verreweg de meeste visumaanvragen van Afghanen komen. Terwijl we wachten ontmoeten we Frank en Angela weer; het zijn de Nederlanders die per fiets onderweg zijn naar China en die we bij de grens tussen Griekenland en Turkije ook al tegenkwamen. Tussen de visumescapades door bekijken we Shiraz. Dat valt wat tegen: na een maand Iran word je toch een beetje "bazaarmoe" en de belangrijkste moskee staat (zoals zovaak) in de steigers. Zodra we onze paspoorten terughebben rijden we naar het ITTIC Hotel bij Persepolis, waar we weer alle campingfaciliteiten hebben. PersepolisPersepolis ligt vlak bij Shiraz en is een van de mooiste opgravingen van Iran (video). Het was de hoofdstad van het Achaeminische rijk, een van de belangrijkste beschavingen uit de Iraanse historie uit ca. 500 v. Chr. Tot 1930 lag de stad onder het puin. De belangrijkste paleizen werden gebouwd door Darius en Xerxes. In 330 v. Chr. werd de stad verwoest door Alexander de Grote. Op het parkeerterrein ontmoeten we de Zwitsers Alexandra en Patrik die met een HZJ75 in zes maanden onderweg zijn naar India en Nepal. Ze reizen zes maanden, vliegen voor zes maanden terug naar Zwitserland om geld te verdienen en reizen dan verder van waar ze gebleven waren. Zo hebben ze ook de tocht rondom Afrika gemaakt. Ze hebben een serieuze aanrijding gehad in Yazd, maar hebben de auto wel weer rijdbaar gekregen. Persepolis is prachtig. We zijn onder de indruk van het detail en van de uitstekende staat van het beeldhouwwerk. Het is nu niet meer mogelijk zo dichtbij te komen dat je de stenen kunt aanraken, maar de omheining is op een verzorgde manier gebeurd, zodat het niet hinderlijk is, alleen soms lastig voor de foto. Als we stoppen voor boodschappen worden we thuis uitgenodigd door Fatima die nog samen met haar broers bij haar ouders woont. Een van de broers, Mohsen, heeft Engels gestudeerd, maar werkt nu bij de verkeerspolitie. Het is een interessante ontmoeting waarbij we heel open praten over economische, sociale en culturele verschillen tussen Nederland en Iran. Ze vertellen dat hun moeder, die ook aanwezig is bij de ontmoeting in het ruime, modern ingerichte huis haar eerste kind kreeg toen ze vijftien was. De mensen met wie we dit soort gesprekken voeren zijn, omdat ze goed Engels spreken, bijna per definitie moderne Iraniërs. We krijgen dus de moderne visie op het land en omdat de verschillen tussen stad en platteland heel groot zijn maakt dat veel verschil. We horen weer dat Iraniërs eigenlijk niet zo gelovig zijn, maar de Islam met al zijn regels van boven opgelegd krijgen. Ze leggen ook uit dat in tegenstelling tot bij traditionele Iraniërs waar de ouders een huwelijk arrangeren jongeren wel zelf hun partner kiezen en ook hun (geheime) manieren hebben gevonden om anderen te ontmoeten, initieel vaak via het verboden Facebook. De regels versoepelen overigens wel. Was vroeger het hebben van een Facebook-account al genoeg om problemen met de politie te krijgen, tegenwoordig wordt, zolang het maar niet tegen de overheid is, veel meer toegestaan, ook op het gebied van seksuele omgang. In Teheran wordt het zelfs al gebruikelijk dat jongeren samenwonen voor ze trouwen. De aanloop naar een huwelijk is overal nog traditioneel: wanneer een man zijn beoogde partner gevonden heeft laat hij zijn vader de ouders van de vrouw benaderen. Daarna begint een "antecedentenonderzoek" van de wederzijdse families dat een half jaar duurt en waarbij via buurtonderzoek wordt nagegaan of de familie van goede naam en faam is. We overnachten weer bij ITTIC in Shiraz. Het is hopelijk voorlopig de laatste keer dat we 's avonds binnen moeten zitten. De Perzische of Arabische GolfWe rijden door een afwisselend landschap naar Bandar-e-Lengeh aan de Perzische of Arabische (afhankelijk van wie je het vraagt) Golf, vanwaar we de boot naar de Verenigde Arabische Emiraten willen nemen (video). Vooral op de laatste 150 km naar zee zijn de grillige structuren van de kale woestijnrotsen indrukwekkend. Hoewel de LP het niet eens noemt hoort het traject bij het mooiste landschap dat we in Iran gezien hebben. We zien ook de mensen veranderen: er wonen hier veel Bandari. De mannen dragen witte gewaden, de vrouwen kleurige chadors en soms een bijzondere neusversiering, hun huidskleur is zuid-Aziatisch. We maken weer mee hoe hulpvaardig de Iraniërs zijn: wanneer we in een dorpje onderweg in een kruidenierswinkeltje vragen waar we geld kunnen wisselen belt de winkelier zijn broer, zet hem achter de toonbank, zet Jan achterop zijn brommer en rijdt naar het wisselkantoor. In hetzelfde dorpje vinden we in een onooglijk winkeltje de "Iran"-sticker voor de auto waar we al weken overal naar zoeken. We horen bij de rederij in Bandar-e-Lengeh dat de eerstvolgende boot over drie dagen om negen uur 's avonds vertrekt, maar dat we al om acht uur 's ochtends aanwezig moeten zijn voor de papierwinkel; dat zal wel een interessante dag worden. We rijden naar Bander-e-Pol vanwaar de veerboot naar Qeshm, het grootste eiland in de Golf, vertrekt. Omdat Qeshm een belastingvrije zone is krijgen we eerst een tijdrovende controle van de autopapieren en het carnet. Omdat de boot bovendien pas vertrekt als hij helemaal vol is, is het donker als we op het eiland aankomen. Een plekje vinden in de natuur zit er daarom niet meer in. We zetten de auto in het haventje van het eerste dorpje; geen slechte plek, maar met net iets meer belangstelling van de dorpsjongetjes (geen meisje te bekennen) dan prettig is. En dat nu we eindelijk 's avonds buiten kunnen zitten. De volgende ochtend zien we waar we terechtgekomen zijn: een schilderachtig strandje met oude boten in een dorp vol badgirs (windtorens). Aan het verkeer is goed te zien dat we in de belastingvrije zone zitten: in plaats van de blauwe pick-ups van Iraanse makelij die we op het vasteland zagen zien we nu overal Toyota's Hilux. In het geopark op het eiland zien we kloven en een grot met formaties waar geologen van zouden smullen. We overnachten op een verlaten strandje, zwemmen 's ochtends vroeg in zee (hoewel Margriet dat alleen op een speciaal afgebakend stuk voor vrouwen zou mogen doen) en rijden terug naar Bandar-e-Lengeh voor de overtocht naar Dubai. We overnachten dicht bij de vertrekplaats van de boot in een parkje. Er zijn uiteraard opnieuw veel mensen die de auto willen bekijken en met ons op de foto willen. Ook krijgen we weer eten aangeboden: eerst komt een onbekende man op een brommer, zet een bak warme rijst met kip op onze tafel en rijdt weg. Daarna komt de vuilnisauto met chauffeur en twee man achterop. De chauffeur stopt, komt een praatje maken (voor zover dat gaat) en rijdt weg. Even later komt hij met zwaailicht terug en zet nog zo'n bak rijst met kip voor ons neer. We hebben al gegeten en zien uiteindelijk kans hem beide bakken mee te geven tot vreugde van de twee mannen achterop de vuilnisauto. We zijn om zeven uur 's ochtends bij de rederij voor de afhandeling van de papieren, met behulp van een "fixer" staat om twee uur 's middags de auto op de boot, is het carnet afgestempeld en hebben we tickets. Ongelofelijk hoe eenvoudige dingen moeilijk gemaakt kunnen worden. Om vijf uur zijn we terug bij de rederij voor het vertrek. Bij de procedure hoort een ondervraging door de veiligheidsdienst. Alleen onhandig dat de ondervrager nauwelijks Engels spreekt. Hij belt een collega om vragen in het Engels te laten dicteren die hij ons moet stellen. We worden in een vrouwen- en een mannenbusje naar de boot gebracht en vertrekken uiteindelijk om tien uur. Zodra we de territoriale wateren van Iran uit zijn gaat de hoofddoek van Margriet heel ver weg. Dappere Dodo blijkt de enige auto te zijn die meegaat. Margriet brengt de nacht door op een bankje, Jan slaapt in zijn eigen bed in Dappere Dodo. Rijbewijzen in IranOm in Iran een rijbewijs te krijgen moet je tien lessen nemen, in de werkelijkheid zijn het er drie of vier. Daarna volgt een praktijkexamen van een kwartiertje. Al met al net genoeg om de auto te leren bedienen. Geen wonder dat het Iraanse verkeer zo'n chaos is. DubaiWe komen om zeven uur aan en kunnen om half elf Dappere Dodo het haventerrein afrijden. De daaraan voorafgaande douane-inspectie van de auto begint gedetailleerd, maar wordt dat steeds minder als het besef doordringt hoeveel spullen er in zo'n auto gaan. Ze willen het reservewiel voor controle van het dak af hebben. Als we uitleggen dat ze zelf mogen zorgen dat hij er af en op komt is de animo snel over. Na een maand in Iran komt de cultuurshock hard aan: overvloedig gevulde, ontzettend grote supermarkten, keurige straten, geordend verkeer, tienbaanswegen, Amerikaanse hoogbouw, bonnetjes bij iedere aankoop, westerse kleding op straat en op het strand, maar ook de oppervlakkigheid van kitscherige, Las-Vegasachtige shopping malls waar het meeste werk door Indiase mannen en Filipijnse vrouwen gedaan wordt, de vele regels, de zakelijkheid in plaats van de hartelijke, behulpzame Iraniërs en de veel hogere prijzen, hoewel het wel lekker is om weer een keer volkorenbrood met belegen kaas te eten. Doordat overal in Dubai gebouwd wordt vinden we met moeite een open strandje om te overnachten (video). Ons eerste doel in Dubai is van alles regelen. We maken een afspraak voor een servicebeurt voor Dappere Dodo en voor de aanvraag van het visum voor Saoedi Arabië, we schorsen Dappere Dodo en leggen kontakt met oude bekenden in Dubai. We hebben al zes dagen niet meer op een camping gestaan en willen wel weer eens douchen en ons haar wassen, maar iets daarvoor met een hotel regelen is moeilijk: als het niet binnen de regeltjes past kan het niet (het is ook de eerste keer dat we onze eigen computers niet in een internetcafé mogen gebruiken). We douchen uiteindelijk op het strand en dat gaat prima met water dat even warm is als thuis.
3 Comments
KashanKashan (video) is een prettige plaats met een mooie bazaar en interessante traditionele huizen. We merken dat we in een ander klimaat terechtgekomen zijn. 's ochtends voel je de warmte al in de lucht hangen en eindelijk kunnen we de hele avond buiten zitten. We gaan 's ochtends eerst de bazaar bekijken. Hij is niet zo in soukhs opgezet wat hem heel afwisselend maakt. We zijn duidelijk in een conservatievere streek (dicht bij Qom, de spirituele hoofdstad), want bijna alle vrouwen dragen chadors. Als eerste wisselen we geld. Het mag heel wat lijken als je nog tachtigduizend Rials in je portemonnee hebt, maar met twee Euro doe je zelfs in Iran niet veel. We drinken thee in een omgebouwd badhuis, heel sfeervol. We laten sleutels bijmaken die gestolen zijn, maar met matig succes: van de vier kopieën past er één. Lunchen doen we in een traditioneel Iraans huis. Er zijn nog verschillende exemplaren van dit soort huizen die door rijke Iraanse families bewoond werden. Het is interessant om te zien hoe men het huis geschikt maakte voor bewoning in de hete zomer en de koude winter met allerlei ingenieuze water- en luchtsystemen. 's middags gaan we internetten, vooral om te proberen weer wat beweging te krijgen in de visumaanvraag voor Saoedi Arabië. EsfahanWe maken een vlotte trip naar Esfahan (video). We vinden voor € 12,50 per nacht een kampeerplek bij het ITTIC Hotel met warme douches, Europese toiletten, elektriciteit en wifi, kortom net een camping. We ontmoeten Kian, die net als full-time organisator van woestijntrips is begonnen. Hij eet met ons mee en geeft ons zijn visie op politieke en economische ontwikkelingen in Iran. Hij is hoopvol over de toekomst na de laatste regeringswisseling en benadrukt ook hoe groot de verschillen tussen steden ("Teheran is net New York") en platteland zijn. Hij geeft heel goede tips voor een woestijntrip en namen van contacten. We gaan met de taxi Esfehan in. Esfahan is de belangrijkste toeristische bestemming in Iran en niet voor niets. We zien dan ook veel meer toeristen dan we in lange tijd gezien hebben. Esfahan heeft prachtige, harmonisch ontworpen moskeeën met indrukwekkende betegeling. Ook is hier het op een na grootste plein ter wereld (na Tiananmen Square in Beijing) en een oude bazaar. We hebben een prima lunch in een traditioneel restaurant. We zien weer overwegend chadors en ook andere dingen die anders maar soms weer precies het zelfde zijn als in Nederland: mannen zitten voorin de bus en vrouwen achterin, een klas met meisjes van een jaar of acht die net zo spelen en joelen als Nederlandse kinderen, maar wel allemaal schooluniformpjes met hoofddoekjes dragen en een puberschoolklas van meiden in chador die net zo druk met hun telefoons bezig zijn en lawaai maken als Nederlandse meiden. De tweede dag in Esfahan gaan we eerst naar een paleis uit ongeveer 1700 met mooie schilderingen en een prachtige tuin die op de werelderfgoedlijst staat. Daarna kopen we een bordje voor onze bordjesverzameling (we hebben een stuk of zestig bordjes die we uit allerlei landen hebben meegenomen). Hoewel we in principe geen souvenirs aanschaffen om vervolgens een jaar lang mee te slepen vinden we dat dit moet kunnen. In een klein restaurantje met alleen Iraniërs lunchen we: het lijkt een soort Indiase thali, er staat maar één gerecht op het menu en het is prima te eten. Daarna via een oude voetgangersbrug over een brede rivier zonder water naar de Armeense wijk. Wanneer we even stoppen om in de LP te kijken raken we in gesprek met een man en een jonge vrouw die lerares Engels blijkt te zijn. Ze geven hun mening over de politiek en hun verwachtingen voor de toekomst. Fijn om zo'n gesprek eens in behoorlijk Engels te kunnen voeren. De Armeense wijk moet heel gezellig zijn, met veel restaurantjes, maar alles is dicht. We bezoeken een Armeense kathedraal, een interessant mengsel van Armeens, Iraans en Europees, van vloer tot plafond vol met schilderingen. Naar de woestijnOp onze eerste stop in de woestijn logeren we in een "home stay" in Toudeshk, een dorpje op de zijderoute met nog veel traditionele lemen huizen. Tot voor kort leefden de bewoners van de handel in kamelen en tapijten, nu werken de meeste mensen bij een fabriek in de buurt, terwijl tachtig procent van de vrouwen thuis tapijten knoopt. We ontmoeten er interessante reizigers, onder andere een Zwitsers koppel dat een jaar over de hele wereld reist en een Franse vertaler die al jaren rondreist en alleen een computer nodig heeft voor zijn werk. Een home stay is een leuke manier om het land beter te leren kennen: je verblijft in een huiselijke omgeving en krijgt traditioneel bereide maaltijden. Onze gastheer Mohammed is al van kind af aan bezij dit op te bouwen en hij is inmiddels een begrip. We hebben als we aankomen moeite de plaats te vinden, maar als we eenmaal zijn naam noemen, weet het hele dorp hem direkt te vinden. Hij woont in het huis met zijn broer, schoonzuster en hun drie kinderen. De broer speelt voor chauffeur en doet andere klusjes, zijn schoonzus kookt en wast. Hoewel er steeds westerlingen over de vloer komen en de vrouwen worden aangemoedigd hun hoofddoek af te doen (wat ze graag doen) houden schoonzus en de twaalfjarige dochter consequent hub hoofddoek om, ook in huis. Mohammed heeftveen nieuw veel groter huis gekocht, maar is nog op zoek naar tienduizend dollar voor renovatie. Voor hem een nauwelijks bij elkaar te brengen bedrag, een schijntje als je vergelijkt wat in Nederland alleen een badkamer kost. We lenen fietsen om het dorp te verkennen. De volgende dag gaan we eerst naar zandduinen en daarna naar droge "wetlands", een heel grote zoutvlakte, leeg en stil (video). Voordat we weggaan geeft Mohammed een rondleiding door het dorp. Hij legt uit hoe het drinkwater van de sneeuw van de bergen komt en via een keramische leiding over grote afstand wordt vervoerd naar een reservoir in het dorp. Het reservoir heeft windtorens die lucht over het water blazen en is zeven meter diep, zodat het water koel blijft. Omdat de waterplaats koel is wordt het ook een plek voor sociale bijeenkomsten. Hij laat ook de wasplaats zien. Het water daarvoor komt van een bron in de bergen. Er is een speciaal "bad" waar het water wordt opgeslagen na het wassen. Het sediment bezinkt en wordt eruit geschept waarna het water wordt gebruikt voor bevloeiing. Het aanleggen van de tunnels voor aanvoer van bevloeiings- en waswater is heel specialistisch werk. De tunnels zijn zo groot dat er net een man in past en tientallen kilometers lang. Ze moeten heel nauwkeurig aangelegd worden omdat het water zich alleen door zwaartekracht verplaatst. We vroegen ons af waarom de traditionele huizen koepelvormige daken hebben. Ze worden gebouwd met bakstenen die op een slimme manier op elkaar gestapeld worden (hetzelfde idee als een Romeinse brug). Daardoor is geen schaars hout nodig, wat bij een plat dak wel gemoeten had. Bovendien is het koeler omdat altijd een deel in de schaduw ligt en is het aardbevingbestendiger. We komen ook langs het badhuis. Het wordt nog gebruikt in het weekend, een halve dag voor mannen en een halve dag voor vrouwen. Het is geen vervanging van een douche, maar meer vergelijkbaar met het zwembad waar mensen samen komen. Uiteraard laat Mohammed ook zijn nieuwe huis zien. Als we verder rijden gaat de (grote) weg opeens een richting in die onze Google Maps niet kent, de eerste keer dat Google Maps serieus de fout in gaat sinds ons vertrek. Wanneer we overwegen om om te keren vragen we ons af of we op een éénrichtingsweg rijden. We besluiten om te gaan lunchen en te kijken of er tegenliggers komen; we zien er niet één. We rijden dus door. De weg blijkt toch goed te zijn, alleen liggen de rijbaan naar het oosten en die naar het westen twintig kilometer uit elkaar. De tocht door de woestijn is prachtig. We rijden door vlak land met bergruggen in allerlei verschillende teinten. Ons reisdoel is Garmeh, een oase vol palmen en verbrokkelde lemen huizen. We zetten Dappere Dodo bij een guesthouse, waar we douche en toilet kunnen gebruiken en waar we ‘s avonds eten. We ontmoeten daar een groep Duitse motorrijders die in zes weken van Duitsland naar Delhi rijden. Voor ons misschien ook een aardige bestemming voor een volgende trip. Op de verjaardag van Margriet blijven we in Garmeh. Eerst wandelen we door het schilderachtige plaatsje, daarna door de palmentuinen. Overal zijn mensen bezig dadels te oogsten. YazdWe rijden door de woestijn door een veelal prachtig maanlandschap naar Yazd via Kharanaq, Chak Chak en Meybod. Kharanaq is een oud verlaten dorpje van lemen huizen. Op een eigenaardige manier zijn sommige gebouwen gerestaureerd, maar er woont niemand. Chak Chak is een Zoroastrisch bedevaartsoord. Deze godsdienst bestond al vóór de Islam en heeft nog steeds aanhangers in Iran (wat blijkbaar wordt toegestaan). Meybod heeft een groot lemen kasteel, maar omdat we voor donker in Yazd willen zijn bekijken we het alleen van buiten. We zetten de auto bij het Silk Road Hotel, een bekende plek voor overlanders, waar we douche en toilet kunnen gebruiken. 's avonds gaan we uit eten om de verjaardag van Margriet te vieren.
Meer van VanHet meer van Van is het grootste meer van Turkije, tegen de Iraanse grens aan op 1700 meter hoogte. Wanneer we er aankomen is het zwaarbewolkt en koud en de volgende ochtend is het niet anders. Onze camping straalt aan alle kanten uit dat hij betere tijden gekend heeft. Hij is ooit groot en mooi geweest toen overlanders nog op grote schaal naar Iran en India reisden, maar is slecht onderhouden. We schijnen de eerste gasten sinds lang te zijn en begrijpen niet waarom en nog iedere dag een mannetje zit. Op de deur hangt een sticker "ACSI campinginspectie 1991". We waren van plan een campingdag te houden, maar dat lijkt bij dit weer niet zo'n goed idee. We rijden richting Van, zelfs nog even door de sneeuw. In Van is absoluut niets te beleven; we doen boodschappen, gaan even langs een internetcafé en dan terug naar de standkachel. De volgende dag is strakblauw.We houden alsnog onze kampdag, doen wat klusjes, lezen en genieten van het uitzicht over het meer op de besneeuwde Bergen. Naar IranHet weer is net zo mooi als gisteren. Na een laatste blik op het meer rijden we via brede wegen naar de Iraanse grens. Dappere Dodo moet zijn hoogste klim tot nu toe maken: 2750 meter. De grens is een chaos: er is een doorgang van een auto breed, maar de wagens die bezig zijn hun papieren af te handelen hebben er in twee richtingen geparkeerd, zodat ook de auto's die klaar zijn geen kant uit kunnen. We zien ook weer het bekende grenscontroleuitstralingseffect: de moeilijkheid van de grensovergang van een land wordt mede bepaald door de moeilijkheid van de controle van het buurland. De Turkse controle aan de grens met Griekenland ging heel snel, hier wordt ieder van onze paspoorten zeker een kwartier van alle kanten bekeken en vijf keer onder de scanner gelegd. Het feit dat het paspoort van Jan van een nieuwer model is dan dat van Margriet draagt alleen maar bij tot de verwarring. De Iraanse kant gaat ongeveer net zo. Het carnet is snel gestempeld nadat de verantwoordeljke ambtenaar klaar is met zijn lunch, zodat we na ca. 1,5 uur Iran in kunnen. De aangekondigde beren op de weg hebben we niet gezien. Een Duitser raadde ons onderweg aan om via Armenië aan te reizen om gedoe met met dieselbonnen te vermijden. Niets van gemerkt. Het reisbureau dat de visumvooraanvraag voor ons verzorgd heeft stuurde nadat we het visum hadden een e-mail dat volgens een nog geldige wet van vorig jaar we van aankomst tot vertrek een gids zouden moeten hebben op straffe van niet toelating of deportatie. Dat was even schrikken. Op internet vonden we verschillende verhalen van mensen die zonder gids toegang kregen en niemand die geweigerd werd. Enig eigenbelang van het reisbureau speelt zeker mee. Enfin, niets van gemerkt. Ook van het verhaal dat we een Iraans nummerbord moeten hebben merken we niets. Daarna het hoogtepunt van de dag: tanken. We gooien de tank vol voor € 6,50 (€ 0,11 per liter). Tot nu toe zijn onze reisuitgaven voor meer dan de helft brandstof, dus dat wordt genieten. We vinden een plek voor de nacht op het erf van een boerderij waar we heel vriendelijk ontvangen worden. Helaas rijden we een kabel kapot direct bij binnenkomst, heel vervelend. Ja we weten het, vanzelfsprekende gastvrijheid hoort bij deze cultuur meer dan bij de onze. En daar sta je dan op zoek naar een slaapplek, loopt op een boerderij of een restaurantje of een woonhuis bij een mooi plekje af en vraagt of je hier vannacht je auto mag neerzetten en kamperen en altijd is het antwoord ja ,welkom! Hoe zouden wij reageren als er in Eindhoven iemand op de stoep stond?....Het maakt het reizen op deze manier wel tot een heel bijzondere ervaring. KandovanWe nemen hartelijk afscheid van de familie waar we overnacht hebben. Als we de schaal die we de vorige avond gevuld met fruit en groente gekregen hebben willen teruggeven wordt hij gauw nog een keer gevuld met (uitstekende) appels. We rijden langs grote (zout)vlaktes naar Tabriz dat we willen gaan bekijken. Dan realiseren we ons dat het vrijdag is en zien dat bijna alle winkels dicht zijn. We besluiten naar Kandovan te gaan, een plaatsje met rotsen die lijken op die van Göreme in Turkije (video). Het is nog een aardige puzzel om Tabriz weer uit te komen over zijn brede wegen met stevige vangrails in het midden. We komen langs een grote begraafplaats waar wel een soort allerzielen aan de gang lijkt te zijn: lange files, kraampjes met bloemen, etc. Regelmatig knipperen automobilisten om te groeten: buitenlanders zijn echt welkom. Wanneer we in een dorpje een winkel binnengaan om brood te kopen is het eerste wat de winkelier doet zijn dochter bellen die Engels spreekt. Maar wat zeg je dan als je haar aan de telefoon krijgt? Na de aankopen moeten we eerst thee drinken. Kandovan is een gezellig dorpje vol Iraanse toeristen met puntrotsen die nog volop bewoond worden. Overal liggen noten en fruit te drogen. We overwegen er te overnachten, maar 2100 meter is wel erg koud en ook de kookplaat houdt niet erg van hoogte, zeker niet als hij zijn ochtendhumeur heeft. We gaan dus terug naar Tabriz. We zetten de auto in een gezellig park vol met flanerende Iraniërs die van hun vrije vrijdag genieten. In een restaurant vol twee- en zespersoons bedden drinken we thee. 's avonds gaan we nog even terug naar het park en lopen mee in de pantoffelparade. Bij het park is een kermis. Aardig om vrouwen in chador over de rupsbaan te zien vliegen. In het Iraanse straatbeeld valt op dat bijna alle auto's in licentie in Iran gebouwde modellen zijn. Vooral Peugeot 405 zien we veel. We zien grote borden met uitspraken van Iraanse geestelijken, maar weinig moskeeën en we horen geen oproepen tot het gebed. Heel anders dan in Turkije. Politie zien we nauwelijks. Wel rekenen de Iraniërs nog meer op de bescherming van Allah bij het autorijden dan de Turken. TabrizIn ieder nieuw land is een van de eerste dingen om uit te vinden het brood. We hebben in Iran al een paar vormen gezien, maar voor het ontbijt worden het grote lappen waarvan we eerder dachten dat het dweilen waren. Gelukkig smaken ze beter, zeker met een tomaatprutje. Ze zijn niet echt handig met hagelslag. We rijden de stad is en zien al op tegen het vinden van een parkeerplaats, maar dat valt mee. We rijden het privé-parkeerterrein van een bank op en vragen of we er mogen parkeren. Er wordt nagevraagd bij het management en het mag. Tabriz is beroemd om zijn bazar en die is gigantisch; volgens de LP zeven vierkante kilometer. Dat lijkt wat overdreven, maar veel is het in elk geval wel. We dwalen de hele ochtend van soukh naar soukh. 's middags blijkt dat ondanks allerlei voorzorgsmaatregelen de sleutels van Jan gestolen zijn. We hebben voldoende reserves om het niet direct een probleem te laten zijn, maar vervelend is het wel. We scherpen het beleid nog maar weer eens aan. We vinden weer een mooi overnachtingsplekje bij het park, zitten daar wat in de zon en gaan daarna zonder succes op zoek naar internet. 's avonds eten we voor het eerst sinds lang weer eens buiten de deur. Geld is een verhaal apart en moet wel wennen. In de eerste plaats is er geen internationaal geldverkeer, dus geen geldautomaten en geen pinbetalingen voor buitenlanders. € 1 is volgens de koersen op internet 33.000 IRR, maar bij de eerste keer wisselen kregen we 40.000. Het blijft goochelen met alle nullen, ook omdat ze vaak de toman, een andere eenheid, gebruiken die 10 Rial is. Ten slotte worden overal arabische cijfers gebruikt die we nu hard aan het leren zijn. Bij Iraanse vrouwen denken wij nog vaak aan de beelden van zwarte chadors. Deze zijn ook nu nog volop in het straatbeeld aanwezig, maar het is leuk om te zien hoe in de steden met name jonge vrouwen en meiden hier mee om gaan: een kleurige shawl laat een flink stuk haar zien, ze dragen een strak jasje, knalrode lipstick, opvallende sierraden en hoge hakken of ze lopen zo met hun shador te jongleren dat de hippe kleding niet onopgemerkt blijft, soms bij het ordinaire af. Buiten de steden is het bijna overal chadors. Margriet lost het kledingprobleem op met een lang vest en een Indiase shawl. Richting MasulehWe rijden via droog berggebied richting Kaspische Zee. In het eerste plaatsje waar we doorheen komen gaan we eerst even naar een internetcafé. Gmail is toegankelijk, maar onder andere Facebook en Weebly, de site waarmee we "De Einder Voorbij" bijhouden, worden geblokkeerd. Maar zoals verwacht is dit snel opgelost: de beheerder heeft een programmaatje waarmee een VPN-tunnel gemaakt wordt en voilà, alles is toegankelijk. Weer eens een demonstratie hoe zinloos webblokkades zijn. We proberen nog wat boodschappen te doen, maar dat valt niet mee: er is niets dat maar lijkt op een supermarkt en de rijen kleine winkeltjes die je vaak ziet hebben allemaal vrijwel hetzelfde beperkte assortiment. We vinden wel lekker brood. We overnachten aan een stroompje net buiten een plaatsje in de Bergen. Als we willen wegrijden nadat we boodschappen gedaan hebben in een stadje worden we aangehouden door de politie. Ze willen alle papieren zien en beginnen vervolgens uitgebreid te telefoneren. Wij moeten wachten. Uiteindelijk komt er een andere agent die de paspoorten wil meenemen om te kopiëren. We houden er niet zo van als ze er met onze paspoorten vandoor gaatn, dus Jan springt in de politieauto en gaat mee. Inderdaad gaat het naar de kopieshop waarna we kunnen vertrekken. Kost toch mooi een half uur. We rijden door woestijnachtig berglandschap, uiteindelijk via een smalle, onverharde, steile weg. Hiervoor hebben we Dappere Dodo bij ons. We rijden de mist binnen en die gaat ook niet meer weg. Ons doel is Masuleh. Het is een heel oud dorpje dat prachtig ligt in de bergen (video). Door de mist en zelfs wat regen komt het helaas niet zo uit de verf. Uniek zijn de deuren van veel huizen: ze hebben twee kloppers, een ronde voor vrouwenbezoek en een langwerpige om mannenbezoek aan te kondigen. Gelukkig breekt de zon de volgende dag door de wolken en we gaan voor de herkansing: een wandeling, nog wat foto's, geld wisselen en dan vertrekken we richting Qazvin. We stoppen onderweg nog even bij een markt (video). Vooral de pluimveehandel is bijzonder. Alhoewel, jonge eendjes met de pootjes tot een bosje bij elkaar gebonden zijn niet zo'n fijn gezicht. Een kleine omweg voert naar de Kaspische zee. Op het strand en in zee zijn een stuk of vijftig vissers bezig hun netten en resten vis binnen te halen (video). Er moet weer getankt worden. De vorige keren had de pompbediende een speciaal kaartje om de pomp aan de gang te krijgen en betaalden we meer dan op de pomp stond (maar nog steeds absurd weinig). Deze keer werkt het niet zo maar biedt een vrachtwagenchauffeur zijn hulp aan. We betalen nu het vrachtwagentarief: € 2,50 voor 58 liter diesel. Brandstof wordt gesubsidieerd. Het systeem werkt zo dat iedereen een brandstofkaart heeft. Particulieren mogen alleen auto's op benzine rijden. Ze kunnen zestig liter per maand kopen voor elf cent per liter benzine, daarna betalen ze veertig cent per liter. Vrachtwagenchauffeurs betalen een laag tatief van vier cent per liter en een hoog tarief van negen cent per liter diesel. We overnachten op een "camping" in een bos. Hoewel expliciet is aangegeven dat we kunnen overnachten komen er 's avonds nog twee keer mannen langs die zeggen dat we weg moeten. We begrijpen natuurlijk niets; het eindigt zoals meestal met handen schudden en lachen en gebeurt er verder niets. QazvinWe gaan naar Qazvin omdat het een prima vertrekpunt is voor de bergen in de omgeving (video). Na een week wild kamperen hebben we wel weer eens behoefte aan een douche. Het verkeersbureau verwijst ons naar een badhuis. Na lang zoeken vinden we het. Het is open, maar er is geen mens te bekennen. We kopen vers warm brood en besluiten te lunchen op het parkeerplaatsje waar de auto staat en zetten tafel en stoelen buiten. Misschien wel raar om midden op straat je spulletjes op te zetten, maar we zijn sowieso een bezienswaardigheid, dus dat maakt ook niet uit. De bakker tegenover komt twee stukken brood brengen en een auto stopt om ons maiskolven te geven. We hebben toch niet het idee dat we er zo armlastig uitzien. Bij een hotel kunnen we uitstekend douchen, maar weer kunnen we geen Rial aan ze kwijt. Wij hebben ons boekje gelezen en denken oh, taraf, maar zelfs na vijf keer aandringen lukt het niet te betalen, dus hartelijk dank. We vinden een kampeerplek in een park bij een mooi islamitisch monument. We kunnen er zonder problemen in en zelfs foto's maken. Picknickende Iraniërs komen soep brengen als we bij de auto zitten. Alamut-valleiDe Alamut-vallei (video) is een van de mooiste natuurgebieden van Iran. Ook staan er nog veel restanten van kastelen. De tocht erheen gaat door prachtig berggebied, het uitzicht vanaf het Alamut-kasteel dat we na een forse klim bereiken is prachtig, maar het kasteel zelf stelt niet veel voor. De delen die zichtbaar zijn zijn afgedekt met lelijke afdakjes. We ontmoeten Roëlle, een Nederlandse vrouw van zeventig die nog steeds actief blijkt te zijn als reisleidster bij Sawadee, de Nederlandse reisorganisatie waarmee we in het verleden naar Ethiopië zijn geweest (de enige georganiseerde reis die we ooit gemaakt hebben). Als we later ergens gaan lunchen (prima lunch) ontmoeten we haar weer. Ze geeft veel waardevolle achtergrondinformatie, onder andere over de zedelijkheidspolitie. Die bestaat uit vrijwilligers, fanatieke moslims in burger. Buitenlanders worden in het algemeen met rust gelaten, maar Iraniërs in overtreding krijgen in het gunstigste geval een hoge boete. Tegelijkertijd is er nergens zoveel plastische chirurgie als in Iran. De kledingregels zijn de laatste jaren wel steeds versoepeld. Ze is de derde buitenlander die we ontmoeten sinds Capadocië. Ook hier vragen Iraniërs voortdurend "Where do you come from?", willen de camper bekijken en met ons op de foto. We vinden een prachtige overnachtingsplek met uitzicht op kloof en rivier. KashanHet eerste stuk naar Kashan gaat weer door de kloven die we gisteren heen gereden zijn. Daarna is het vooral kilometers maken door steeds woestijnachtiger gebied. Verkeersregels voor de Iraanse chauffeurVoor een goede Iraanse chauffeur gelden de volgende verkeersregels:
|
NieuwsbriefWanneer het internet te langzaam is of gecensureerd wordt kunnen we soms onze site niet bijwerken. We publiceren dan een nieuwsbrief. Meld je aan voor updateberichten om hem te ontvangen.
BlogBlog van onze reizen. Selecteer "Trip ..." in categoriën hieronder om een specifieke reis te kiezen en "Land..." voor een bepaald land.
Categorieën
All
Archief
January 2020
|